Fietsen (juf Lucy)
Ik heb een fiets, ik heb een fiets daarmee ga ik rijden. Ik heb een fiets, ik heb een fiets, daarmee rijd ik de wereld rond.







Ik heb een fiets, ik heb een fiets daarmee ga ik rijden. Ik heb een fiets, ik heb een fiets, daarmee rijd ik de wereld rond.